Wat is snelrecht?

Nadat een strafbaar feit wordt gepleegd, is het vaak lang wachten op de rechtszaak. Betrokken worden opgeroepen en verhoord, onderzoeksdaden worden verricht en het dossier wordt voorbereid en samengesteld. Tegen de tijd dat de betrokkenen voor de bevoegde rechter kunnen verschijnen, gaan al snel enkele maanden voorbij. Zowel voor de dader als voor het slachtoffer valt deze periode van afwachten zwaar. De dader wacht vol spanning de vaststelling van zijn schuld of onschuld af, en in geval van schuld de aan hem opgelegde straf. Voor het slachtoffer is het wachten op de erkenning van het strafbaar feit, waarna hij of zij het hoofdstuk kan afsluiten en een plaats geven. Om aan de noden van beide partijen tegemoet te kunnen komen, werd het snelrecht in het leven geroepen.

Wat betekent het concreet?

Als we aan snelrecht een betekenis moeten geven, kunnen we dit vrij letterlijk opnemen. Bij snelrecht is het namelijk zo dat een verdachte binnen de 17 dagen na het plegen van het strafbaar feit al voor de rechter moet verschijnen. Bij supersnelrecht is dat zelfs binnen de 3 tot 6 dagen. De verdachte moet tot aan het verschijnen in hechtenis blijven. Het Openbaar Ministerie wil op deze manier een duidelijk signaal geven dat het zich schuldig maken aan misdrijven absoluut niet getolereerd worden en dat de dader op een onmiddellijke bestraffing kan rekenen. Vandaar dat men hier ook wel eens spreekt van een lik-op-stukbeleid, een duidelijke boodschap naar iedere burger die het plegen van een strafbaar feit van plan zou zijn.

Voor welke zaken kan het ingezet worden?

Net omdat de periode tussen het misdrijf en het verschijnen voor de rechter zo kort is, kan dit systeem lang niet voor alle zaken ingezet worden. Deze vorm van rechtspraak kan daarom enkel gebruikt worden voor zaken waar niet al te veel discussie over kan bestaan. U kunt hierbij denken aan zaken waarbij de dader op heterdaad werd betrapt of zaken waarbij de dader onmiddellijk overging tot het afleggen van volledige bekentenissen. Bijkomende voorwaarde is dat de verdediging moet instemmen hiermee. Als zij bijvoorbeeld nog bijkomende verhoren of onderzoeksdaden willen, is de korte termijn die hier voorop gesteld wordt niet haalbaar.

Het recht op een eerlijk proces blijft overeind

Het recht op een eerlijk proces en een onafhankelijke rechtspraak zijn rechten van iedere verdachte en deze gelden ook hier. Onder geen enkele voorwaarde kan en mag hiervan afgeweken worden, dit is wettelijk zo bepaald. Om tot een eerlijk en zorgvuldig proces te kunnen komen, moeten de rechter, het Openbaar Ministerie en de verdediging over een compleet dossier kunnen beschikken en mogen er geen onduidelijkheden meer heersen. Kan aan deze voorwaarde niet voldaan worden, dan zal de termijn uitlopen en kan geen sprake meer zijn van snel- of supersnelrecht.

Hoewel deze manier van rechtspreken vele voordelen kent, zowel voor daders als slachtoffers, is het lang niet in alle zaken toe te passen. Zelfs al is de intentie er vaak, de duur van de voorbereiding loopt al snel langer uit dan verwacht. We kunnen dus stellen dat snelrecht niet zo veel ingezet werd als men wel zou willen.